Eigenlijk begon mijn kunstjaar al een paar dagen eerder. Op 14 augustus stond ik samen met een vriend bij een tankstation. Maar eigenlijk begon het al in maart 2012. Voor het eerst in ons leven gingen we liften. Ergens, ver, wijd, zover als het kon, in een paar dagen, richting Oost-Europa. Het was een onbevangen reis waar het duimpje regelmatig omhoog werd gestoken. We profiteerden van mensen die toch al die kant op reden, negeerden historie en cultuur, en voelden ons nergens aan verbonden. We hadden lef, humor en lichamen die ons in staat stelden om vooral niet te slapen. De totale ontregeling van je ritme en de motivatie zo veel mogelijk te beleven hielpen ons in een flow. Maar het was vooral Berlijndat ons veel bood. Het zorgde voor een stemming waarin alles een belevingwas. Alles. Technoclub met vermeende neonazi's? Slecht. Maar wel een beleving. Opgelicht worden door een dealer, achtervolging, een bedreiging met een ondefinieerbaar wapen? Slecht, maar wel een beleving. Het duurde anderhalf jaar, maar vooral weer zo'n onbevangen vakantie voordat ik deze mindset begreep. We keken egoïstisch naar de stad. We waren alleen geïnteresseerd in het godverdomme hier en het potverdomme nu! De stad als Entertainment City.